
De keuze van het juiste mobiliteitshulpmiddel draagt bij aan het vergroten van zelfstandigheid en het verbeteren van de levenskwaliteit. Verschillende factoren beïnvloeden deze keuze, zoals de fysieke mogelijkheden en levensomstandigheden.
Enkele veel voorkomende mobiliteitshulpmiddelen zijn onder andere loophulpmiddelen (zoals krukken, looprekken en rollators), rolstoelen, scooters, drie- of vierwielfietsen, en onderstellen voor zitschalen.
Mobiliteitshulpmiddel testen?
Dat kan in ons mobility center!

Elk levensverhaal is anders. Daarom raden wij aan om te komen testen in één van onze mobility centers. Een ritje met de rolstoel, een wandeling maken met een rollator... Je voelt zelf als geen ander het verschil.
Hulp nodig?
Vind ons in jouw buurt
Veelgestelde vragen
Een mobiliteitshulpmiddel koop of huur je altijd op voorschrift van een arts. De eerste stap is dus een bezoek aan je huisarts. Die onderzoekt je en schrijft een medisch voorschrift uit. Daarin staat voor welke gezondheidsproblemen je een hulpmiddel nodig hebt. Vaak kan je huisarts ook al een eerste advies geven over welk hulpmiddel het best bij jou past.
Soms is een gewoon voorschrift niet genoeg. Dat gebeurt wanneer je een meer gespecialiseerd hulpmiddel nodig hebt, zoals een elektrische rolstoel of een hulpmiddel dat op maat gemaakt wordt. In dat geval verwijst je huisarts je door naar een rolstoeladviesteam.
Zo’n team is meestal verbonden aan een ziekenhuis. Je maakt daar een afspraak voor een uitgebreid onderzoek. Het team bekijkt samen met jou wat je precies nodig hebt en geeft je een uitgebreid voorschrift mee: het rolstoeladviesrapport.
Heb je van je zorgkas of verstrekker al gehoord dat je een gespecialiseerd hulpmiddel nodig hebt? Dan kan je rechtstreeks naar het rolstoeladviesteam gaan, zonder eerst langs je huisarts te passeren.
Voor mensen met een snel degeneratieve aandoening – zoals een ernstige spierziekte – verwijst de huisarts vaak meteen door naar een neuroloog of naar een gespecialiseerd centrum, een neuromusculair referentiecentrum.
Als je een mobiliteitshulpmiddel nodig hebt (dus met een voorschrift), krijg je een tussenkomst in de kosten. Dat werkt zo:
-
Koop je een hulpmiddel? Dan krijg je een vast bedrag terugbetaald.
-
Huur je een hulpmiddel? Dan wordt de volledige huurprijs vergoed.
-
Voor onderhoud en herstellingen krijg je een vast bedrag (een forfait).
Toch zijn er ook kosten die je zelf moet betalen. Dat kan gaan om:
-
een supplement als je kiest voor een duurder merk of een luxere uitvoering,
-
het verschil in prijs als je een geavanceerder hulpmiddel kiest dan waar je recht op hebt,
-
aanpassingen aan je hulpmiddel die niet vergoed worden,
-
onderhoud en herstellingen die boven je forfait uitkomen,
-
de aankoop van meerdere hulpmiddelen tegelijk,
-
en bij huur: soms een waarborg, transportkosten of schade die je veroorzaakt.
Zo weet je op voorhand waar je recht op hebt en welke kosten je eventueel zelf draagt.
Je kan een mobiliteitshulpmiddel aanvragen als je voldoet aan twee voorwaarden:
-
Medisch: je hebt een voorschrift van je huisarts of een specialist.
-
Administratief: je bent aangesloten bij de Vlaamse sociale bescherming.
Leeftijd speelt daarbij geen rol – jong of oud, iedereen kan in aanmerking komen als je aan de voorwaarden voldoet.
Voor incontinentiemateriaal geldt hetzelfde principe: je hebt een voorschrift nodig, dat je krijgt van je huisarts of van een geneesheer-specialist.